Dan is er een droom die terugkeert zoals een plan dat niet
goed uitgewerkt is en liefde iedere keer anders is

maar hetzelfde heet. Ik ben onderdeel van een groepje dat
zich rond een café vormt en schenk elke dag

de glazen vol en zie M., nog steeds dood waarin ik van achter
mijn armen steek, dwars door zijn

mager spooklijf heen. Hij praat over de routes naar dat lokaal
zoals hij het heeft over een meisje nog dat toen

bungelde aan zijn hand, haar stappen een twee verloren in de
zijne, zijn zware fototas over haar lichte schouder,

het haar dansend, dat van hem innig zwart. De groepsleden
beoordelen het beeld, zij zijn de bomen die

geworteld staan rondom. De sluitertijd is een fractie, de lens
draait vanzelf terug, een zachte klik is een lach.