Liesbeth Aerts

“Zelf zie ik me liever als de toeter vlakbij je oor”

 

Astrid, Jana en Frouke Arns

‘Op zich wel een bijzonder toeval’

 

Meandergesprek met Yolandi de Beer

“Taal is mijn huis”

 

Meandergesprek met Martijn Benders

“hamsterwielen voor een dystopie”

 

Sannemaj Betten

‘Ik ben mijn eigen doelgroep’

Bert Bevers

“Wanneer de inspiratie er is moet je aan de slag.”

 

Meandergesprek met Paul Bezembinder

“De poëzie lijkt er altijd al te zijn geweest”

 

Monique Bol

“Als ik begin te schrijven, vergeet ik de tijd.”

 

Esmé van den Boom

“Poëzie is geen feitelijk verslag.”

 

Inge Boulonois

“Dat een schilderij of een gedicht dé waarheid zou kunnen bevatten is een illusie.”

 

Tijs van Bragt

‘Het schrijnt zo nu en dan in mijn kop’

 

Frans A. Brocatus

“Een gedicht moet veroverd worden.”

 

Meandergesprek met Maurice Broere

“er komt een moment dat je toch iets meer wilt”

 

Peter WJ Brouwer

“Het nieuwsgierige jongetje.”

 

Tsead Bruinja

‘Ik leer van beide geluiden.’

 

Marie Brummelhuis

“Dichter: iemand die te bang is om het volle leven aan te gaan en zich verschanst in een indirecte werkelijkheid van woorden.”

 

Joris Brussel

“De mooiste kunst wordt immers gemaakt in tijden van schaarste, wanhoop en chaos.”

 

Meandergesprek met Marc Bruynseraede

“Neem de poëzie weg en we kunnen mensen meteen door robots vervangen”

 

Maarten Buser

“Ergens grip op proberen te krijgen is ook gewoon heel leuk”

 

Meandergesprek met Kamiel Choi

“Het schrijven is mijn invulling van het ‘goede leven’ van Aristoteles”

 

Guy Commerman

‘Ik noem het soms voor mezelf uitbundige gereserveerdheid’

 

Interview met Marleen de Crée

“Poëzie stelt zo haar eisen.”

 

 

Meandergesprek met Joost Dancet

“een nieuwe hobby: aandachtig gedichten lezen, er verliefd op worden en dan uitleggen hoe dat komt.”

 

Annelie David

“Taal staat niet los van emotie of gevoel of überhaupt zintuiglijkheid. Integendeel: taal begint daarmee.”

 

Ann Van Dessel

Interview Ann Van Dessel

 

 

Astrid Dewancker

“Niets staat de verwondering in de weg zo lang wij onze ogen openhouden en onze zintuigen gebruiken.”

Dorien Dijkhuis

“het is verwondering die me drijft”