Mevrouw V. is de eerste die zegt dat het ‘naar omstandigheden
redelijk goed gaat’ en ze vraagt meteen haar

buurman om bevestiging, de heer P. knikt. Mevrouw S. echter
reageert furieus met een ‘helemaal niet’ maar

de andere vrouwen die binnen stiefelen mompelen iets van ‘prima’.
Niet dat deze staat van zijn binnen vijf minuten

hetzelfde is maar ze is in ieder geval beter dan die van baby Lee
die de diagnose corona krijgt, ik hoor het

aan de snerpende telefoon in mijn boodschappentas, een geluid
dat de heer P. doet zoeken en mevrouw S. onrustig

maakt, bovendien rijdt er een ambulance voor hun neus een beetje
heen en weer en gaat er iemand in die zojuist nog in

de hal stond. Ik denk aan de dichter die ik liefhad en die doodging
en hoe ik de komende tijd moet binnenblijven.