De achterkanten van de huizen liggen eruit, geel zeil wappert
en op de grond lopen kabels over enorme plassen,

de steeg ligt vol blubber, er staat een oude Gazelle fiets tegen
de schutting en een vader bedelt om 50 euro.

Mijn moeder giechelt en staat ergens halverwege en geeft mijn
portemonnee door en de man fietst weg.

Het zeil kwam waarschijnlijk door het beeld van het lijk eronder,
maar dat was een witte doek met een reuze bolling,

de fiets stond vroeger in onze garage en werd door de lange (35)
gebruikt bij onze verhuizing naar het dorp, die

50 euro had ik zelf nodig en de kabels verwijzen naar het leven,
zou mijn lief zeggen, en dat halverwege van mijn

mamma zou zijn plek zijn, zoals hij nu al jaren beweert. Hij is
er bijna, bedoelt hij, maar waar, en van blubber maak je

heksensoep.