Opnieuw staat het waterhuis vol met kunst, de deur open,
bezoekers dwalen rond, eten, gaan in gesprek, de

kinderen klein nog, uit alle kamers muziek, toch overvalt
het gevoel dat dit illegaal is, wel heel tijdelijk,

dat we daar wel horen maar niet welkom zijn, niet langer.
Geanimeerde gesprekken, opgewonden

stemmen die kopen en prijzen, vergelijken en enthousiast
met hun vingers wijzen, de waar betasten, smakelijk

uit de schalen snoepen, alleen de buurvrouw staat verontrust
in het midden. Een paar uur later is de ruimte leeg.

Wakker wordend schaam ik me. Ingebroken in mijn oude
huis heb ik dromend de heimwee gekoesterd,

oude handen geschud, flirtend mezelf aangeboden, gedaan
alsof. Opnieuw vertrek ik, excuses in de brievenbus.