Een herinnering ophalen en dan struikelen over de details.
Wat was de locatie, wat waren de omstandigheden,

hoe zagen we eruit, wat zeiden we, waarom en wanneer.
Net als bij dagdromen zijn het vaak die kleine

dingen, het verzinnen wordt belemmerd door kleur en smaak,
een perfectie die niet bestaat. Dromen zou

grenzeloos moeten zijn, los van regels en beperkingen. Het
geheugen selectief maar de moed en wil -met

toegeknepen ogen- hardnekkig, altijd bereid het nogmaals
te proberen. Het beest binnen de hekken, handen

vrij, damp boven de velden, wit de adem, het huis binnen
meters afstand, licht achter de ramen, sloten die

met grote sprong achter ons liggen, riet dat zachtjes beweegt,
een vogel die voor je uit hipt, dunne poten, sporen

makend.