Een medestander, dichter van beroep en heel vaardig ook met
het potlood en de inkt, fluisterde me toe, met het

accent helemaal achteraan en keihard, dat ze voortaan alleen
nog maar JA ging zeggen. JA tegen alles maar

vooral tegen zichzelf. Het leek me een prima plan, iets dat al
eerder iemand bedacht had, soms pas je dat veel later

pas toe op jezelf, een goed idee dus hoewel iets te schreeuwerig
en met wat spuug in mijn rechteroor. Hoe dat afloopt,

een update volgt natuurlijk. Ik zag een andere dichter voor me,
nog op twee benen en springlevend, en een vers

dat bijna geheel uit dat woord bestond, ritmisch en vrolijk. Om
met dat woord op te staan terwijl het kreunend zo vaak

daarmee eindigt. Het is niet dat ik van NEE ben maar twijfel
overvalt nogal eens en ook van yes maak ik vaker yep.