Blanco. Na een prachtige openingszin en verwarrende dromen,
een gulzige slaap, niets. De torentjes in de kastanjebomen,

een rood pannendeksel daartussen, nat gras nog, maar verder
niets. Een vroege mevrouw misschien, verwarde

haren en een halve koffie. Een gepakte tas, acht cakejes en een
briefje met een treintijd, dat is alles. Nou ja,

zegt u, het is wel eens minder geweest. Maar dat is het nu juist,
het is altijd meer. De gulzigheid hoort bij de ochtend,

niet bij de nacht. Dat haar, dat past altijd, die tas ook, de koffie
en de snoeperijen. Gelukkig de bomen ook al zijn ze

nu wel wat roerloos, in afwachting van. Alsof er een raam open
moet met een schreeuw eruit, een vliegtuigje van

papier in de hoogste top, een liedje, een papegaai opeens die met
zoveel kleuren opvalt. Goed, een kruimel dan, vooruit.