Het gebeurt alsnog, laat in de middag. Een verbinding met
de wereld, een openstellen, bereikbaar zijn.

Het vlies van de ogen, deur open, een zacht gerinkel als alles
oplicht. Het wonder van een techniek, het accepteren

van hulp. Geduld dat beloond wordt. Er is niets aan de hand,
zegt hij later zoals hij eerst zei dat er niets was

om bang voor te zijn. Bungelende spookjes voor het raam.
Alles aan een draadje. De eigen adem die als de

wind blaast. Mijn vraag altijd wat je doet als je thuiskomt,
wat je als eerste doet. Ook dat je altijd je best moet

doen, zul je dat onthouden? Er is een foto van ver overzee,
het meisje dat lacht, een gerecht dat ingewikkeld lijkt.

Simpele mac and cheese in een fluoriserend bakje. Haar hand
die op de inhoud wijst. Ik sta naast haar.