In de lege bus ontstaat een gesprek. Het slingeren door het
oude dorp stopt bij de begraafplaats, de bloemen in
mijn schoot ontdoe ik van het papier, plastic en elastiekje
en ik buk en buig. Tot straks, zegt de chauffeur.
Zijn ouders leven nog, zegt hij, maar het verband is zoek
en dat komt omdat oma dood is. Elke zondagmiddag
denkt hij aan toen ze met z’n allen in het kleine autootje
naar haar reden en hij daar zijn neefjes en nichtjes
ontmoette, de twee koeken bij de ranja, het verplichte kusje
op de linkerwang. Hoe zij rook en steevast een pluk
haar uit haar spelden schoot, het waren dan ook veel kusjes.
Dat vertel ik mijn ouders dan maar. Dat in plaats van
mezelf. De wind snijdt. De stelen van een vorige bos vegen
de steen schoon. Roze is niet hun kleur eigenlijk.
(typte ‘in het verlangde’)
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x