Tot tien tellen. Tot honderdtien. Opnieuw proberen. Niet
het apparaat op de grond smijten en erop gaan dansen.

Niet denken dat niets meer lukt en we zijn beland in een
seniele, afhankelijke fase. Voorgoed oud en

afgeschreven. Dat we moeten wachten tot er iemand spontaan
langskomt, ons helpt. Een kind uit zichzelf dat

weet. Opnieuw beginnen. Niet normaal de trap aflopen maar
roffelend, de deur klappend. Dieper ademhalen.

Zeven pennen breien tussendoor. Heel langzaam de drift
verliezen. Wat zijn nu zeven pennen. Wat is

überhaupt het probleem? Wat hebben we eigenlijk nodig?
Dat idee de oorzaak te zijn van een nationale ramp.

In het verlengde ervan de hele wereld te vervloeken. Nog
maar eens proberen dan. Straks.