Sommige verhalen hangen bij je hoeveel treinen je ook neemt.
Dof in je hoofd alsof je in mist rondloopt,

niet goed geslapen hebt. Je naast een krijsende mevrouw woont,
het volume niet beheerst. Thuiskomen en je afvragen

wat het was of is en pas later begrijpen dat het zo werkt: nagels
die krassen over de muur. Je verplaatsen.

Lezen over eenzaamheid. Twee mannen horen praten dat ze alles
in de vuilnisbak zouden kieperen, dat ze niets hadden

begrepen of gezien ooit van die derde, die derde die er al niet
meer is maar alles genoteerd had. De zorgvuldigheid

waarmee wij lazen maar die zij ontkenden, dat leven dat zo zwaar
voor hen de moeite niet waard geweest was. Werkt

het zo? Dat anderen bepalen wat het onderwerp was geweest en
dat achteraf? En dat niemand dan blijft dan in woorden?