Achterin een auto in slaap vallen terwijl je tezelfdertijd in slaap
valt in je bed, in een huis terecht komen waar op de

zijkant van een kast twee uitvergrotingen hangen van het gezin,
de jongste daar zien zitten met een grote kat op

schoot, vrienden tegenkomen en veel kamers waar je helpt op te
ruimen, een zoen op een gezicht heel dichtbij,

iedere keer na het opstaan in dezelfde warmte te vallen, in dezelfde
droom, kreukels in je vel als je je armen

op de werktafel legt en opeens de bruine vlekken zien die je moeder
had toen ze oud werd, je een feest herinneren van

zo lang geleden en even niet weten, zo half wakker en in de positie
van elke ochtend, waar of je bent en hoe je

daar kwam en hoe lang al en waarom en of je niet nog wat vergeten
bent in dat enorme huis met al die mensen en jezelf tegen de kast.