Als mager liefje heb ik toch nog een vette A die bovenaan de
noodlijst staat. Ja ja, zeg ik en ik begin over het alfabet

maar die logica ontgaat hem. In slechte tijden handel ik koel
en ga niet huilen, dat zal het zijn, maar de afstand

blijft hetzelfde, het wordt achter glas kijken naar zijn lijk dat
dan in een afgesloten boot ligt waar de sleutels weer

heel anders liggen. Natuurlijk ga je dan niet huilen. Ik moet er
geen versje over maken, een grapje is iets anders,

en ook niet vragen wat er na de A komt. Veel opruimen waarschijnlijk.
Ondertussen warmt hij zich met het hout van een

niet geheel uitgevoerde verbouwing en de schatten van de straat.
Zo stond ik eens tussen het vuilnis en nam hij me mee.

Nergens was het warmer dan daar. Ik ben de motor die jaren terug
uit het geheel gesloopt werd en nog op Marktplaats staat.