Een dagje vrij. Als u de kaartjes regelt voor de ijsbaan en
alvast de chocomelk bestelt, kom ik er aan. Slagroom

mag altijd. Ach, u haalt me af. Met een aanloopje spring ik
achterop en slingeren we samen door dit lege

landschap, Nog even en het vriest. Laten we doorgaan naar
een volgende attractie. Kerstlichtjes bungelen nog

vergeefs, een afzetting met rood-wit lint heeft ook niet geholpen.
Het is lastig praten terwijl ik mijn handen in uw

zakken steek en u giechelt wat. Rond de kerktoren een steiger.
Op mijn nee fietst u door. Ik leg mijn hoofd tegen uw

rug. U zucht. De last is natuurlijk te zwaar, de band bijna leeg.
Het stationsplein heeft drie tafeltjes met stoelen.

Niets leuker dan vertrekkende mensen in de gaten te houden.
De koffie is gratis. Uw remmen piepen.