Waarom zou je een zin onthouden als ‘de innerlijke dialoog
kan aangezwengeld worden’? Waarom zou je

überhaupt zo’n zin midden in de nacht gemaakt hebben? In
de stilte tussen de buien en met veel leukere opties

dan zwengelen en onthouden? We waren te vroeg op kantoor,
maakten alvast de koffie, legden de verslagen klaar,

trokken een lijntje om onze ogen, hielden de mond open bij
het aanbrengen van de mascara, waarom eigenlijk,

en trokken nog een keer het toilet door. Een schaaltje met
kano’s die boven op elkaar gestapeld wiebelden.

Wie was er jarig? Het kopieerapparaat gaf eerst ons linkeroor,
toen het rechter, en spuugde per ongeluk veertig

exemplaren en pas toen kwamen de collega’s een voor een
binnen met wie je geen enkel gesprek wilde voeren.