Twee kindjes aan de waterkant, voetjes voorzichtig in het
water, doen – ondanks de grote glimlach – de maag
draaien, de nacht verstoren, de film afbreken. Ongetwijfeld
heeft het niet-kunnen-zwemmen hiermee te maken
of de lichte neiging zelf om te kukelen alsof het een bedje
is waarop we lekker kunnen slapen, een
waterlelie halverwege of een ordinair vis die zo mooi glimt
willen plukken, de bellen doorprikkend.
Een flirt met een kapitein heeft niets geholpen. Wijdbeens
op een afstandje toekijken ook niet, vooral niet
roepen, vasthouden, zelf door de knieën gaan. Denken aan
drie keer drie is zes of hoe groot nu eigenlijk
dat ijsje zou kunnen zijn en hoe lang we nu misselijk of wakker
blijven en dat alles misschien een luchtspiegeling is.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x