Wat zullen we dan vandaag aanvangen met de wereld? We
waren vast van plan uit te slapen, door te

slapen, vingers in de oren, ogen stijf dicht, handen daarvoor.
Gezond te beginnen en toch gretig, frisse lucht na

de buien door de deurspleet. Tussen de gaten in de bomen
zien we een man gebukt iets door de brievenbus

van een benedenbuur stoppen, alsof het stiekem moet en er
daarna enthousiast een begroeting volgt of een

enorme knal en een snel optrekken van een motor. De lucht
daarboven nog ziek. Te beginnen met wat

vakantiefoto’s van S. en L. die veel te ver weg zijn en gekke
gezichten trekken naar de achterblijvers, een citaat

uit het leesboek van gisteren, koffie dan maar. En gewoon de
volgorde der dingen. De wereld, wijzelf, zij.