Ze was heel goed in het schrijven van kaartjes. Dat begon al
met de afbeeldingen die ze zocht en het eindigde

met een scheve postzegel waaronder je een teken vermoedde
zoals het hartje op elke i. Spijtbetuigingen,

gelukwensen, dank je wel’s en veel van liefde, liefs en alle
andere zaken van het hart, nu een grote. Het was

zoals het beschrijven van een reis die ze nooit gemaakt had
en wellicht zelfs nooit overwogen, een recept

voor een maaltijd die ze altijd gewoon lukraak maakte en al
op had alvorens te kunnen delen en jurken die

van achteren altijd iets langer hingen dan aan de voorkant
hoewel dat ook aan haar figuur had kunnen liggen.

Haar woorden deden je altijd bijzonder voelen en alsof je de
enige was, tenminste voor heel even. Zo goed was ze.