Bij de heer E. zie ik alleen zijn wenkbrauwen, als ze omhoog
gaan, geniet hij van het verhaal, gebeurt er niets dan

is het niet boeiend genoeg. Soms hoor ik vanuit dat hoopje een
lach en altijd dankt hij voor mijn voordracht zoals

mevrouw van der W. zegt dat ze een goed leven heeft gehad.
Er mag beslist geen medelijden zijn. Dat is altijd weer

de conclusie. Je kunt verdwalen in het huis en het eten weigeren,
geknepen worden door de buurvrouw of vastraken

in de lift, je kunt je kinderen niet meer herkennen laat staan zien
maar daar hebben we het niet over. We gaan op vakantie,

gisteren althans, terwijl we huismussen zijn of onwillige mannen
hebben die ons geen uitje gunnen, kofferstress en

geen richtingsgevoel, we betalen slechts twintig gulden voor een
treinreisje door heel het land en komen nog eens ergens.