Vaak lijkt alleen mevrouw S. te luisteren en zich te herinneren
waar ze haar speldjesverzameling bewaarde, te

voelen nog hoe zij de scherpe punten in de gaatjes prikte van
het schuimrubber album en daarna met haar vingers

over haar schatten ging, en lacht ze daarbij om daarna meteen
het lekkerste koekje uit de schaal te pakken, zich

driftig aan de verpakking te wijten en dan te beweren dat er niets
zo lekker is als die paarse. De heer van P. is

langzaam in slaap aan het vallen. De dames K. en R. trekken
hun vesten uit omdat Z. aan de verwarming heeft

gemorreld en menen dat mevrouw S. nog wel eens kan flauwvallen
in deze temperaturen maar deze is al weer aanbeland

bij die ene auto die over de weg reed en die zij ging tellen. Ze
verzon daarbij een lang kenteken. Van de koningin, dacht ze!