Veel is nog niet af. Het extra kamertje voor, de film over
zijn jongensdroom, de droom zelf. Daarom, zegt hij,

herhaalt hij zoveel. Geen grapjes over hoe dingen liggen te
rijpen in zijn brein, beschimmelen in de koelkast,

stuk gaan voordat ze gaan werken of opnieuw ontdekt worden
omdat hij ze simpel vergat. Het is niet de bedoeling

dat ik zoveel onthoud. Bovendien vraagt hij zich het nut af
van alles, hij is een kunstenaar van

toegepaste kunst. Een knikje past maar die ziet hij niet door
de telefoon. Ook niet dat de luisteraar opstaat en

de wolken bekijkt of het aanrecht zonder afwas en thee zet
terwijl ze tegen de kachel leunt en alleen haar

rechterbil warm wordt. Dat ze test hoe ver het bereik is van
haar mobiel en of de rest van de wereld nog leeft.