De een houdt zijn wollen wanten aan, de ander toont zijn
spierballen, bloot. Heeft de laatste moeite niet

te huilen, de ander schuift het ongemak met grapjes weg.
Ken ik de derde wel, de ander moet zich nog

voorstellen. Sta ik zelf met handgebaren en de juiste naam
een ieder naar me toe te trekken, te doen

alsof, de rest wacht af. Wij voorovergebogen en zwaar
leunend, hoewel soms op slechts één been,

zij ontspannen achterover, koffievisite in een vertrouwde
huiskamer. Het is daar warm. De woorden

zijn zorgvuldig. De bundels liggen op het biljart, de jassen
over de stoelen. De tijd staat stil. Bij het vertrek

is iedereen met elkaar bevriend. Iedereen dicht opeens. De
deur klapt open, het is kouder dan we dachten.