Na het eerste kunstwerkje meende mijn vader dat ik het
hele land zou kunnen voorzien, ik zou

musea vullen. Hij zag nooit echt wat er aan de muur hing.
Bij het eerste manuscript vroeg hij of het over

hem ging. Het had te maken met de milde overdrijving
die schrijvers eigen zijn. Zo reisde hij heel wat af

terwijl hij nergens kwam. Nu prijs ik mijn kind bij het
ondoorgrondelijk rijm en duw hem richting de wereld

omdat zijn online leven nog steeds niet het echte zou zijn.
Omdat het applaus daar niet te horen is hier.

Ik dacht, zegt hij gelaten, dat het om het proces ging. Is
dat ook niet zo bij jou? Ik mis gewoon mijn

pappa, denk ik terwijl ik weet dat ik hem nooit geloofde.
En die wereld bleef even ver.