Ik kon zeggen dat ik ze gemist had, een knie in het nog
natte gras, misschien wel twee, de vingers over

hun namen, wat vegen met de hand over de gladde steen.
Hoe ik ze laatst had willen bellen of zomaar dacht

te zien rijden, nog toeterend na een kopje koffie, de bril
van mijn vader op het dak, dat wordt weer

zoeken straks. Ik kon in chronologische volgorde onze
jaren herhalen, een beetje zoals ik dat vroeger

mezelf deed en dan luisteren of het goed was, of ik niets
vergat, net zoals in het avondgebed, de litanie

van onderweg zijn, niemand uitsluiten. Iets vertellen over
die droom van laatst waarin mijn moeder weer dat

trucje deed, of ze het mij wou leren dit keer, leven en
verliezen en dan toch nog doorgaan, alsjeblieft?