Tegen deze tijd was ze misschien op zoek gegaan naar hem.
Aarzelend gedaan over welke afstand dan ook.

Nauwlettend de periode teruggelezen waarin ze verloren was
geraakt nadat ze zo onzorgvuldig gemaakt was,

een voorjaarsgebeuren, een zuchtje wind, een omwoeld terrein.
Hij donker, mysterieus, zwijgzaam, gevaarlijk

en met datzelfde dikke haar. Er was geen foto maar een enkel
filmpje waarin hij overhelde naar de waterkant terwijl

zijn armen iets aanwezen en zijn benen iets uit elkaar stonden,
hoge hakken onder cowboylaarzen. Een stem die

aan het eind van de zin omhoog liep. Een dunne streep in een
gezicht waarin ze dacht dat ze zich herkende.

Het wit tegen de zon. Eerst zwaaien, dan aan zijn hand trekken.
Misschien ook niet.