In plaats van amen, amen, amen zeg ik nu alsjeblieft drie keer
na een mantra met de opsomming van alle

familieleden, eerst deed ik dat per lid, nu voeg ik ons allemaal
samen en als ik vervolgens vind dat ik te snel

klaar ben, herhaal ik dat evenzovele malen als er geliefden zijn.
Dit heeft natuurlijk alles te maken met het voorgaande

vers, mijn opvoeding, het eeuwig tekort en een bepaalde slordigheid
die ook genetisch is hoewel L. (6) dat on netjes noemt

en dat is niet eens een woord. Hij heeft geen zin om te vertellen
maar ordent alle Ducks op nummer voor vertrek

en ook staan de beesten weer in de boom, is het konijntje weer
teruggevonden (verstopt in de fotolijst) en nemen de

autootjes dezelfde rit die ze twee weken geleden reden. Ook dat
is ongeveer allemaal hetzelfde als mijn tellend bidden.