Zoals je vroeger wachtte maar in de verkeerde rij stond en nu
nog wel eens uit nostalgie de caissière zoekt met

het leukste praatje terwijl zij een moeilijke klant niet kwijtraakt,
realiseer je je dat wachten op hem zinloos is, dat

wachten, überhaupt hetgeen dat je het langst doet, sowieso niet
loont. De moeilijkste klant is de liefde.

Het geschil loopt wat hoger op, de beveiliger die buiten staat
te roken, komt uiteindelijk naar binnen en dan wordt

het gesust, toegesproken als een kind, alsof er nog een snoepje
na afloop uitgekozen mag worden, papiertjes niet

op de grond, en zuigend en met bolle wangen is de weg weer
vrij. Nu ben je vergeten voor wat. Je knikt naar

de opnieuw rokende man en hij mompelt fijne dag verder en
zomaar ga je nog een boodschap doen, een kleine.