L. noemt het een leuke dag maar wel een ‘kei moeie’ met een
dikke muts en super handschoenen, S. hoor je niet,

de heer B. is in zijn nopjes want hij kan mij vervangen en een
mevrouw S. hoest in haar ellenbogen tot ze paars

ziet. De caissière zit in een shirtje op de tocht en klaagt de
directie aan en de straatkrantverkoper staat binnen,

de klas van X. vormt een keurige rij en huppelt vanwege de
kou en vergeet naar links en rechts te kijken en

op het voetbalveldje pikken de meeuwen vergeefs in het gras.
Het natte land vraagt om kleine snelle voetjes en

glijden, de lantaarnpalen in de straat knipperen, kerstbomen
proppen zich achter de vuilcontainers en bovenop

de licht witte autodaken kleven plastic zakken, een feesthoed,
de tuinhark van no 8 en een warme winterjas van de heer T.