De heer B. las een overlijdensadvertentie voor, hij was niet
zeker van de juiste toon, het was West-Fries en dat

kende hij niet, maar het ‘plekkie’ en ‘stekkie’ en het ‘leit’ en
‘zeit’ vertelde genoeg, in welke taal dan ook.

We vieren het leven, was zijn conclusie of aanbeveling. Hij
liet me zijn handschrift zien en het schrift waarin

hij zijn dagen bijhield, een intimiteit zoals het overslaan van
‘de heer’ en mij te wijzen op zijn voornaam. Vandaag

zal het een nieuwe taal zijn. Straks schuifel ik in een rij en
stap er misschien wel even naast om een grote

man te eren die steeds kleiner werd en nog kleiner om precies
te passen in een kist terwijl het eerst in omgekeerde

volgorde was. Steeds groter worden en belangrijker en mooier,
de rij nog even dik, de bloemen wit, vorst buiten.