U bent gewoon terecht kritisch, zeg ik tegen mevrouw de Z.
Het is geen geruststelling want het is allemaal best

lastig, zegt ze, en ze weet het allang, alleen haar gebeuren
dingen die een ander niet gebeurt. Toch

verandert haar gezicht, wordt ze rustiger, en gaat ze weer
zitten. Haar buurvrouw gaat nog eens vragen

waarover ze eigenlijk zo boos is, zij blijft altijd dezelfde, zij
haalt haar schouders op. De kring is vandaag

kleiner, nu er twee van de groep zoek zijn zitten we bijna
bij elkaar op schoot en daar houdt mevrouw de Z.

al helemaal niet van. Waarom moet jij, bijt ze me toe, nou
een tafel weghalen? Alleen de heer de B.

merkt de leegheid op van de zaal, wat een ruimte, zegt hij,
altijd positief. Je bent te gast, zegt de Z., wat dat ook

moge betekenen.