Hoe simpel is het, je leunt even naar achteren en twee handen
en een lijf vangen je op, omvatten je. Je hoeft

niet je hoofd om te draaien, zijn geur en warmte is vertrouwd,
het is zoals je naam die in de handen van een Heer

staat geschreven, zoals je was beloofd ooit, daar waar je ouders
in geloofden. Het is horen zeggen dat er

nog altijd wat is hoewel de wegen glibberen, witte vlokken een
andere wereld tonen, een overgangsgebied van

de ene naar de andere tijd, een voorloper van de leegte. Bij de
eerste tonen van het Erbarme Mich de tranen in de ogen.

De blik naar het licht uit de ramen, het zachtblauwe plafond,
zijn versleten spijkerbroek, de jaren na de eerste

kennismaking, verleidelijke ogen, tot vier tellen en dan het
vallen en dat hele zachte neerkomen.