Een vrouw in de bus wees me op het golvende riet midden op de
rotonde, hoe ouder ze werd, zei ze, hoe verder ze
de stad uittrok, kijk eens hoe mooi, en ik zei hoe mijn moeder
dat riet vroeger in de tuin had en ik dacht hoe
langer ik hier in de rondte rijd, hoe eerder ik haar zie en haar
klompjes in de berm zie staan, en dan dat
wuiven, dat wuiven van het riet. Het was alsof ik het en haar
zachtjes kon aanraken en dat mijn lange lokken
zich door dat riet heen vlochten en ik steeds hechter werd met
het verleden en ook dat we steeds langzamer
gingen en ik de zee rook en het riet zich bovenop het duin bevond
en bescherming bood zoals zij dat gedaan had ooit,
ja, zei ik, prachtig, en ik stapte uit en verdween in het veld en
boog me zachtjes en paste haar klompjes precies.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x