Origineel wordt onacceptabel. Onverwacht wordt aanvallend.
Instemming wordt een risico. Een opdracht een stille

wurging. Weigering wordt opstand. Iets wordt steeds groter.
Ze zegt het nog half lachend, lief vragend.

Vinden wij ook niet dat? Al haar energie vloeit weg, het putje
naast de goot verstopt. Wij applaudisseren voor

haar, maar we wisten het. Als ze het podium afloopt, maak ik
een grapje. Ik zeg dat ze veilig is, dat ze hier

kan schuilen. Dat ze onder ons is. Dat wij juist haar woorden
nodig hebben. Elkaar nodig hebben.

Onacceptabel is juist wat werkt. Aanvallend het risico waar
het om draait. Groter iets wat eindelijk opgemerkt

wordt. Zij sterker dan ooit. De opdrachtgever een dood persoon.
Mond open voor de poging, het laatste woord aan

haar.

 

voor de stadsdichter in A.