In de nacht drie kleine tikjes, alsof iets te strak opgewonden is
en dan uit elkaar springt terwijl we niets kunnen vinden

dat aanleiding geeft of herkenning. Geen berichten op het scherm,
geen apparaat dat zich tegoed doet aan nieuwe voeding,

geen buurvrouw die haar schilderijtjes aan de muur timmert of
misschien op de grond. Wat zijn nu kleine tikjes,

denkt u, ook al zijn het er drie maar in combinatie met verderfelijke
gedachten, flarden droom en angstaanjagende stilte

daaraan vooraf, zorgen ze voor een illustratief teken, waarschuwen
ze en vast en zeker te laat. We denken aan

ongelukjes, moeders die met hun jas klem komen te zitten, kindjes
in het verkeer, handen los, grote zwarte honden, een

man die achtervolgt, gillende keukenmeiden, voetbal en een groot
gat ergens tussen hier en nu en toen, het onbeschrijflijke.