Soms verlangen we naar het langzaam beginnen, het getut
in wat latere uren, kopjes koffie, gekookte eitjes.

Niet meteen presteren maar loom bedenken wat we nu eens
zullen gaan doen. Een neus boven het dekbed en

dan meteen weer diep onderduiken zoals vroeger een halve
voet op het koude zeil ijlings terugtrekken,

de ijsbloemen immers nog op het venster. Een beetje als
schuilen voor een bui onderweg en de lucht niet

vertrouwen. Niet dit scherm voor zich laten spreken maar
hem, niet de handen over de toetsen maar over dat

nog slapende lijf. De ogen nog kleiner dan anders als we
uiteindelijk de dag aangaan die dan nog maar

half over is maar we kunnen het niet. We durven niet zo
goed, we willen zien hoe de rest het licht aantrekt.