De dochter van dichter J. vraagt of ik al open ben terwijl een
mevrouw uit het publiek meent dat ik nu wel eens op

het uitknopje kan drukken, het sloopt ons vrouwen, zegt zij,
voor het gemak onze doelgroep benadrukkend.

Een andere vrouw vertelt dat ze zo ver nog niet is, even lijkt
het alsof we met jassen aan bij dezelfde uitgang staan.

We moeten genderneutraal zijn, grap ik. Gek hoe je van alles
verzint alvorens je op het podium staat, hoe je

een man ontdekt in het publiek die je weg zal sturen, hoe je
niet op een bepaald woord zult kunnen komen, en

als je dan daar eenmaal bent het net is of iedereen familie van
je is. Je hoort het gelach na een grapje van oom K.

maar het blijkt je tante te zijn die de leukste is of jijzelf. Ik
voel het, zegt een vierde, als je zou doen alsof.