De lief start langzaam op. Alsof je aan een knopje draait en
een apparaat hoort ruisen, dan gepruttel en daarna

geknetter en pas na een uurtje het geluid op volle sterkte, nog
niet het juiste programma maar wel alvast verbinding

met de wereld. Hier twijfelt nog een ledemaat maar de handen
vinden hun weg over het toetsenbord, de hersens

doen hun werk, het donkere raam is schoongepoetst, de koude
spert de ogen open. Hier doen we niet aan

langzaam. Hier botsen we tegen de deurpost vanwege haast,
verslikken we ons uit gulzigheid, hebben meteen een

mening en opdracht en is ons tempo geen vraag maar een vaste
noodzakelijkheid. Hij vraagt al niet meer waarom.

Pas aan het eind van de dag en vroeg in de avond hoor je hier
geruis en gepruttel, gemompel en gestommel en het niets.