Hij vraagt of het over hem gaat. Dat staatshoofd is hij toch zeker.
Die vrouw die onder hem ligt herkent hij. Je bent
vermoeiend, zeg ik, maar ook dat heeft hij eerder gehoord. Hij
scant de woorden zoals hij vroeger met een potlood
op zoek ging naar fouten, streepjes zette onder een verkeerde
verbuiging. Hij haakt zich aan dat woordje ‘heimwee’
en zegt dat hij dat elke keer weer inlost. Zoiets kan niet eens, stel
ik. Harten worden uiteindelijk gewoon te zwaar.
Barsten. Bloeden daar noem je niet, hij weer. Ik weet niet of hij
zucht of dat ik het zelf doe. En nee, het is niet
gelijktijdig. Hij denkt dat het nergens toe leidt, dat sowieso niet.
Het omschrijven is niet de handeling op zich. De afstand
waarmee ik hem zie is een te grote. Het gaat niet over jou, zeg ik
nogmaals. En bijna spijt het me.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x