Eerst dacht ze dat het geruststellend was maar dat was
het niet: dit teruggaan in bed, dit vallen in de

warmte, dit doen alsof, Hij, de zachte afmeting van het
wol, het regelmatig getik van de breipennen

onder haar arm, voeten op tafel, drie taartjes in plaats
van twee, de jongetjes aan haar zij, een

tekening van een vierkantje en dan zeggen dat het een
aquarium was, een vis met een glimlachje,

een tattoo op zijn borst, zonnetje in de linkerhoek (in
een bak met water?). Maar het suizen bleef,

vliegtuigen in de nacht, striemende regen, zwarte vegen,
kale bomen, geen bereik, een hut die nog steeds

een glijbaan mist, twee honden in de familie die echt
niets zouden doen, de kat vermist.