Een vaste plaats aan tafel, twee handen vol ingrediënten,
een bottenbordje langszij, iemand die een foto

neemt, een washandje bij het aanrecht, een onderwerp dat
zoekraakt tussen het gekletter van vorken,

een kind dat alvast spelen gaat, de tuindeuren open, blote
armen in een zomerjurk, kleur in plaats van

het eeuwig zwart, grijnzen naar elkaar, knipogen, nog eens
opscheppen, die maaltijd van jaren terug herinneren,

de locatie van toen, het groter worden, het tussendoor van
honger wisselen, van positie, van smaak.

Hetzelfde blijft het hebben van een rechter- en linkerkant
waaraan kleine porties nog

kleiner gesneden worden en voetjes tegen je aan botsen en
je schoot alvast open in het midden ligt.