Alles zo stil buiten dat het lijkt alsof er sneeuw ligt, een
dempende deken, een opnieuw beginnen zonder

duidelijke afspraak of gewoon het einde van een wereld
in een heel vroege ochtend. Het licht van de

straatlantaarns geeft een doffe straat weer, geen glanzend
oppervlak waarover we nauwelijks kunnen lopen,

zwart bovendien, geen wit vlokje in de buurt. De eerste
auto start. We doen het nog. In de verte slaat

een hond aan, een deur gaat open, een lamp in een hal aan
en uit, de punt van een sigaret, het flikkeren van

een schermpje, kippenvel op je armen. De bomen zijn nog
hetzelfde, we zijn niet stiekem verplaatst, het

oriënteren kan beginnen, we zijn gewoon de eerste die met
de rest verbinding zoekt, zullen we oi roepen?