Er verschijnen rimpeltjes boven het neusje van L. omdat hij
zo diep moet nadenken maar dan komt hij met

‘zoek’, S. met ‘boek’ en dat alles na mijn ‘koek’, triomfantelijk
rollen we over de bank met onze rijmwoorden

want Sinterklaas mag dan wel in Spanje zijn, maar hij woont
daar niet, voegt L. nog toe, de rijmpieten

wonen thuis. Terwijl een buurman in het parkje met een trap
probeert een slinger licht te bevestigen in de zes

bomen die daar staan, verzinnen we bovendien een verhaal bij
de pauzes die hij neemt: zijn oma is jarig, meent S.

en die moet een bloemetje, de rest ligt nog op zolder, meent L.
Het is dat kleine beetje invloed dat ik kan uitoefenen

als gekke oma. Nou ja, gek mogen ze niet meer zeggen dus nu
is het ‘onverstandig’ en dat klinkt weer als

handig.