Mijn ouders glijden het tuinhek binnen in een perfecte bocht,
krassen over het grindpad en stoppen voor het huis

waarbinnen ik net de laatste deur heb gesloten, met moeite
omdat iets zich tussen de kieren had verstopt.

Ze zijn niets veranderd. Zij blijft zitten tot hij de garagedeur
omhoog heeft geschoven en eenmaal binnen

overlegt ze over de pakjes, de losse jassen, en gaat zonder iets
mee te nemen de keuken in. Blijkbaar had ik ze niet

thuis verwacht, er is geen tafel gedekt, er brandt geen lamp,
de zware gordijnen zijn niet toegetrokken.

We zoenen ook niet. Dat kan komen omdat zij niet ècht zijn en
ik wel terwijl ik ze toch gewoon aanraken kan.

Hun stemmen klinken zo vertrouwd al weet ik nu niet meer hoe.
Ik ga dan maar wat staan zwaaien, verlegen opeens.