Voordat de spoken los laten van de vloer en de beesten gaan rennen,
ben ik ingehaald, gestruikeld, verslonden en weer

uitgespuugd. Bij daglicht nog verslagen en niet teruggevonden en
ook het eerste nieuwe licht ziet me niet.

Er zit nog een liedje in mijn hoofd dat wanhopig om aandacht vraagt,
tekst en melodie voor de witte strepen van de

zebra’s die ik springend moet nemen, ik ben inmiddels opgestaan, bij
drie sprongen zal ik bij het hek staan en de dieren

verzamelen, voeren desnoods en dan rustig weglopen alsof er niets
gebeurd is. Ik ben daar erg goed in. Nu nog bedenken

wat ik met de zwarte strepen zal doen op de terugweg. De muren
herstellen zich, de vloer is droog, het ruikt naar

grond en vroeger, langgerekte tuinen waarin je spelen kan, en maar
een klein beetje nog naar het zweet in mijn poriën.