Ze sperren hun mond open en slingeren inhoudsloze zich
herhalende teksten waartussen slokken zuiver

water in zichzelf en spugen aanmoedigende kreten in de
populaire taal waarbij ze van links naar rechts het

podium denken te vergroten en ook hun aanwezigheid als
ultiem recht en vanzelfsprekendheid, zij

de toekomst, zij het succes, zij het weten terwijl het mij
een voorrecht is daar te zijn, van de ene

voet op de andere balancerend, zachter de stem, betekenis
in de aanwezigheid van donkere schaduw en

licht verlangend naar andere tijden die mij tot daar brachten,
dieper de drang tot het scheppen van

dat thuis dat op onze rug gebonden uitnodigend de ander
verstaat en de doden draagt die zij nog niet kennen.