Vannacht was een repetitie voor de volgende presentatie, een
aan elkaar rijgen van namen en gedichten, kokette

woordjes en kleine buiginkjes, een samenspel tussen verschillende
gasten en optredens, een handen schudden en

tussen de massa de uitgang weer zien te vinden, een warme wangen
en kleffe zoenen beweging met de natuurlijke angst

een heel ander iemand te zijn, mijn naam niet meer te weten laat
staan de reden waarom en was dat niet mijn

vader daarachter in de zaal? Een herhaling van gevoelens kortom
maar was het tijdstip niet verkeerd, hingen de

gordijnen wel recht, deed het middelste spotje het wel en liepen
er geen zwarte vegen van mijn ogen naar mijn neus?

Dat zij er dan zou zijn, het lieve onderwerp, stilletjes wachtend
met haar tasje op schoot en mij haar zakdoek zou geven.