Zijn route, ook zonder hondje, met de natte bomen in het
park, het water langszij, het keurige stukje gracht,

de dure huizen, de wachtkamers van de artsen, de winkels
die gesloten zijn, vrachtauto’s die nog moeten

komen lossen, publiek nog afwezig, zelfs het talmen van
het hondje, de achterpoot omhoog, de rust

bij het struikje, een onzichtbaar vlekje op de rode bladeren,
kwispelt er iets daar, en dan langs de andere kant

weer terug, op huis aan, altijd op huis aan, ach de sleutels
vergeten, koude vingers in de broekzak,

regen, overal die regen, zij slaapt natuurlijk nog, even gluren
door de ruit, een extra ronde dan maar, de benen

steeds trager, de regen, de regen, maar hij maakt geen stappen
meer, vandaag stijgt hij op, alleen weet hij nog niet hoe.