Zoals het centrum van een stad zich kan verplaatsen naar iets
straks, loodrecht getrokken water en struiken om de

meter, een andere steensoort en wind om de hoek, zo kan een
situatie opeens een andere zijn, een kwestie van

kijken en terugvinden maar dan in een ander jaar en jij nog geen
turf hoog, talmend bij een kachel waarop je billen

langzaam afglijden naar de wellustige ronding rondom. Er is een
sprookjesboek waarin je moeder bladert en wacht tot

je stop zegt, voorin staat je naam geschreven maar zij houdt niet
van lezen en jij niet van sprookjes, je verzint zelf

en wil het haar vertellen maar ze heeft geen tijd en met ruwe
handen trekt ze je van de warmtebron en doet de deur

achter haar dicht. Onder tafel bouwde ik dan mijn poppenhuis en
sprak mijn schatten vermanend toe met huilerige stem.