Het verschil in de dichters onderling zit niet alleen in de
kwaliteit van het gedicht maar beslist in de

presentatie. Maakt de een van de afgesproken twee minuten
er zeker vijf, buigt hij naar het publiek, de ander

schuifelt bijna onzichtbaar naar achteren en gaat door de
zij-ingang naar buiten na slechts veertig

seconden. Heeft de een zich helemaal uitgedost in kostuum
en puntschoenen, de ander komt ongewassen

voor het schavot. Grapjes van de eerste en een serieuze uitleg
van de laatste en daar ergens tussenin probeert

meisje Z. een verband te leggen tussen de grote literatuur en
haar opkomst. Elke aankondiging blijft enthousiast

en beleefd maar het publiek mort in stilte, moe van alle
pogingen iemand of iets te bereiken.